Waar zijn we nou zo bang voor?

In juni van dit jaar las ik in de Leeuwarder Courant een interview met een onderwijsbestuurder dat opende met de zinnen: Het Nederlandse onderwijs is uitstekend voor meisjes, maar laat jongens massaal verpieteren. “We moeten nu in actie komen’’, zegt Klaas-Wybo van der Hoek. De bestuurder van NHL Stenden werkte mee aan een onrustbarend boek over de teloorgang van jongens op school.

In 2017 hadden al eens eerder een oprisping van dit denken ervaren in de SIRE-campagne Laat jij jouw jongen genoeg jongen zijn?

In 1900 werd de Leerplicht in Nederland ingevoerd, aanvankelijk voor kinderen van 6 tot 12 jaar. Boerenkinderen en dochters konden vrijgesteld worden als hun inzet nodig was bij de oogst of in het huishouden. In de jaren erna werd de leerplicht langzaam verlengd en kwam uiteindelijk het deels verplichte onderwijsstelsel dat we nu kennen tot stand.

In alle jaren van het bestaan van het bestaan van de leerplicht is het onderwijs gedomineerd door mannen. In het kleuteronderwijs zagen we vrouwen voor de klas, in de bovenbouw van het basisonderwijs en in het voortgezet onderwijs waren het mannen die de grootste groep leraren vormden. Niks mis mee, zo was de samenleving georganiseerd en er is geen reden te twijfelen aan de intenties. Maar de mannelijke oriëntatie was in ieder geval ook geen reden om de vraag te stellen of meisjes wel voldoende herkenning vonden. En dat meisjes mindere onderwijsresultaten behaalden werd als een gegeven beschouwd.

Als gevolg van de voortschrijdende emancipatie is er nu eindelijk en gelukkig sprake van een kantelend beeld. Het onderwijs en de samenleving feminiseren. Een prima ontwikkeling na eeuwen van mannelijke dominantie. Mijn vak, de verpleegkunde, is al zo lang het bestaat een door vrouwen gedomineerd vak. En wat is er mis mee? Staat de maatschappelijke bijdrage ter discussie, moet het een ander vak worden? Het aantal vrouwen dat een medische opleiding afrondt overstijgt inmiddels het aantal mannen, maar er gaan nog wel wat jaren overheen voordat dat weerspiegeld is in de samenstelling van de beroepsgroep als geheel.

Tot die tijd zullen we moeten blijven investeren in herkenbaar onderwijs dat vrouwen dezelfde kansen geeft en de samenleving rechtvaardiger en evenwichtiger ondersteunt. Het zou daarom fijn zijn als bestuurders en campagnemakers zich hierom druk zouden maken in plaats van terug te grijpen naar oude patronen. Want waar zou je nou zo bang voor moeten zijn?